Omzet

Wat betekent omzet? 

De omzet van een onderneming is het totaal van alle inkomsten door haar activiteiten, verkopen van goederen en diensten. De omzet wordt altijd gegeven over een afgelijnde periode zoals een dag, week, maand of jaar wat dan de dagomzet, weekomzet, maandomzet en jaaromzet geeft.

Voorbeeld: de enige inkomstenbron van een meubelwinkel is de verkoop van stoelen. Zijn omzet = verkoopprijs per stoel x het verkochte aantal, zonder aftrek van enige kosten maar ook zonder btw.

Omzet = zonder btw

De belasting over de toegevoegde waarde – de btw – is een omzetbelasting. Zij wordt berekend door een procentueel tarief op de omzet toe te passen. Op bouwmaterialen is het btw-tarief 21%. Wie dus een huis bouwt en tegels koopt voor € 10.000,- zal € 2.100,- btw betalen, samen € 12.100,-. De omzet van de tegelzaak is € 10.000,-, de aan de overheid te betalen btw bedraagt € 2.100,-. Waarom zit die € 2.100,- niet in de omzet?

  • Ten eerste omdat enkel de € 10.000,- eigendom worden van de tegelhandelaar, voor de btw is de handelaar slechts een tussenstation. De ondernemer is even het 'ontvangstkantoor' van belastingen.
  • Ten tweede, en even belangrijk, de btw meerekenen vertekent het beeld van de verkopen voor de ondernemer. Btw-tarieven veranderen soms, denk aan het verlaagd tarief van 6% bij renovatiewerken waar de 21% niet geldt. Bovendien varieert de samenstelling van (bijvoorbeeld) de verkopen van een onderneming. Het aandeel van 6% goederen tegenover 12% en 21% goederen zou dan de omzet-met-btw laten veranderen wat de evolutie van de onderliggende productverkopen vertekent.

Het belang van het omzetcijfer

Om goede zaken te doen moet de ondernemer drie parameters realiseren: voldoende omzet, een gepaste verkoopmarge en goede kostenbeheersing. Weinig kosten en een hoge winstmarge maar bij een lage verkoop, geeft slechte resultaten. Wanneer de tegelhandelaar slechts drie verkopen van € 10.000,- per jaar realiseert, heeft hij weinig aan de winst van 3 maal € 3.800,-. Die € 11.400,- brutowinst (3 X € 3.800,-) zullen nooit de kosten van de winkel, de administratie, de financiering, elektriciteit etc. dekken.

De omzet van een onderneming is daarom geen meetpunt op zichzelf. Massaproducten genereren hoge omzetten – denk aan de verkoop van brandstof of rookwaren – maar dikwijls met lage tot zeer lage verkoopmarges. De grote bedragen garanderen dan geenszins een gezond winstniveau. Omzet moet daarom ook vergeleken worden binnen een sector: welke verkoop realiseren andere brandstofhandelaars, klerenwinkels of supermarkten ... ?

Omzet, kostprijs en break-even punt

De betere ondernemer kent zijn kostprijzen. Wie regelmatig ondernemingen adviseert, staat verstelt van het gebrek aan inzicht in de kostprijs van een product. Nochtans is dat samen met de marktvraag de belangrijkste factor die de verkoopprijs bepaalt. Een slachterij die het vlees ook versnijdt, moet het doen met een winstmarge van slechts centen per kilogram. De kleinste variatie in effectiviteit van het snijden (systematisch wat te veel vlees bij het vet wegsnijden) doet de balans omslaan naar verlies.

Daarom is kennis van het break-even punt van een handelszaak belangrijk. Dat is het omzetniveau waar de gerealiseerde brutowinst gelijk is aan de kosten (de som van de vaste kosten en van de variabele kosten op dat verkoopniveau). Alle extra verkoop boven dat punt geeft nettowinst. Wie onder dat punt blijft, lijdt verlies.