Vereniging zonder winstuitkering (vzw)

Wat is een vereniging zonder winstuitkering of vzw?

In de vereniging zonder winstuitkering (vzw) – vroeger winstoogmerk –werken een aantal natuurlijke personen of rechtspersonen samen om een belangeloos doel te realiseren. Een vzw oprichten vereist minstens twee oprichters, de samenwerking wordt gedefinieerd in de statuten in een onderhandse akte. De notaris moet niet tussenkomen, maar de statuten moeten wel gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad. Zowat alle bestaande vzw’s zullen de statuten moeten aanpassen en dus publiceren, ook de kleine. Er is geen minimaal vereist startkapitaal dat oprichters moeten voorzien.

Wat zijn de kenmerken van een vzw?

De statuten van een vzw regelen zoals bij de commerciële vennootschappen de samenwerking, zij gelden tussen de deelnemers als wet. Het zwaartepunt van de statuten is de omschrijving van het belangeloos doel van de vereniging. Dat mag niet commercieel zijn, al voorziet de nieuwe wet uitdrukkelijk in commerciële activiteiten van de vzw, maar dan volledig ten dienste van de realisatie van het belangeloos doel. De gerealiseerde winst mag niet worden uitgekeerd aan de oprichters, aan bestuurders of aan leden (vandaar de naamsverandering van winstoogmerk naar winstuitkering). Statuten kunnen in beperkte mate daarop een uitzondering maken als dat past in de realisatie van het doel. De vroegere techniek van eerder buitensporige kostenvergoedingen wordt gezien als winstuitkering en mag dus niet.

De rechtspersoonlijkheid van een vzw staat los van die van haar leden, zij heeft dus eigen rechten, plichten en een patrimonium. De leden verbinden hun eigen vermogen niet aan het lot van de vzw.

Zoals bij andere vormen van juridisch geregelde samenwerking kunnen bestuurders voor fouten verantwoordelijk gesteld worden.

Boekhoudkundige verplichtingen

Kleine vzw’s hebben kunnen werken met een enkelvoudige boekhouding.

Beantwoordt de vzw echter aan twee van de onderstaande criteria, dan valt zij niet meer onder de regeling van de kleine vereniging. In dat geval is zij verplicht om een dubbele boekhouding te voeren:

  • vijf werknemers;
  • 334.500 euro aan andere dan niet-recurrente ontvangsten;
  • 1.337.000 euro aan bezittingen;
  • 1.337.000 euro aan schulden.

ALLE vzw’s moeten nu ook een jaarrekening neerleggen bij de balanscentrale van de Nationale Bank.

Concreet betekent dat een aantal kosten die zeer kleine vzw’s misschien niet willen ragen. In dat geval rest hen niets anders dan de overstap naar een feitelijke vereniging, waar de leden echter onbeperkt aansprakelijk zijn. Toch even nadenken vooraleer die stap te zetten. Een beperkt lidgeld en/of een kleine commerciële activiteit misschien wat sponsoring kunnen gemakkelijk die beperkte kosten dekken.